Gewetensvraagje: moet amusement eerlijk zijn? Rond de bange bezettingsjaren hield de vermaaksindustrie de moed erin met liedjes van optimisme. ,,Hoe meer treinen naar het oosten vertrokken, hoe vrolijker het repertoire’’, vertelde acteur Danny van Zuijlen me deze week in een interview. ,,Artiesten zongen door om te overleven.’’ Met zijn Nederlandse Komedie Theater speelt hij een voorstelling rond liedjes uit de tijd van oorlog en bevrijding. Terugkijkend door de bril van deze tijd vraag je je af waarom er in de jaren 40-45 geen koren van verzet hebben geklonken. En waarom de artiesten van toen geen vuist hebben gemaakt, tegen Jodenvervolging en de tewerkstelling in de Duitse oorlogsindustrie. ,,Achteraf is het makkelijk praten’’, zegt Van Zuijlen. ,,Maar de bezetter hield in de oorlog met strakke hand toezicht op de cultuurwereld. De groep die écht wist wat er aan de hand was, was klein. Toen ons land ontdekte wat het lot van de joden was, was het te laat. En wie terugkwam, werd niet geloofd.’’ Het verhaal verschijnt eind maart in de kranten.